Maand: juni 2024

Huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen € 29.400 en € 159.225 krijgen volgend jaar meer kinderopvangtoeslag. Het kabinet maakt hiervoor extra budget vrij. In 2025 wordt € 429 miljoen extra uitgetrokken voor de kinderopvangtoeslag. Daarnaast worden de maximale uurprijzen 2025 geïndexeerd. De maximale uurprijs voor dagopvang wordt € 10,71 (in 2023: € 10,25), voor buitenschoolse opvang € 9,52 (in 2023: € 9,12) en voor gastouderopvang € 8,10 (in 2023: € 7,53). Dit zijn de voorlopige bedragen. De definitieve bedragen worden uiterlijk in oktober 2024 bekendgemaakt.

Tip
Houd de berichtgeving over de definitieve bedragen in de gaten.

Als uw bv aan u dividend uitkeert, moet zij binnen een maand aangifte doen van de ingehouden dividendbelasting (15%) bij de Belastingdienst. Dat kan nu nog via een papieren aangifte of een digitale aangifte. Vanaf 1 juli 2024 is uw bv verplicht om een digitale aangifte dividendbelasting te doen. Dat kan via Mijn Belastingdienst Zakelijk of met behulp van fiscale software of via uw fiscaal adviseur. Papieren aangiften worden vanaf 1 juli 2024 niet meer in behandeling genomen. Voor de ingehouden dividendbelasting op dividenduitkeringen gedaan tot en met 2023 wordt een uitzondering gemaakt. Daarvoor kunt u na 1 juli a.s. nog wel gebruikmaken van de papieren aangifte.

Tip
Zorg ervoor dat de ingehouden dividendbelasting ook binnen een maand na de dividenduitkering is betaald

Een algemeen nut beogende instelling (ANBI) moet uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar haar financiële gegevens elektronisch publiceren. Een ANBI met een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar moet dus de financiële gegevens over 2023 vóór 1 juli 2024 publiceren. Dat kan op de eigen website van de ANBI, maar mag ook via een brancheorganisatie of via anbi.nl. Een ANBI die haar jaarcijfers niet tijdig publiceert, loopt het risico de ANBI-status met terugwerkende kracht te verliezen. Hierdoor vervallen de fiscale faciliteiten voor de ANBI én haar begunstigers. De giften aan de ANBI zijn dan niet meer aftrekbaar. Bovendien kan de Belastingdienst door de terugwerkende kracht schenk- en erfbelasting navorderen. Grote ANBI’s moeten voor hun publicatieplicht gebruikmaken van standaardformulieren van de Belastingdienst. Kleine ANBI’s mogen gebruikmaken van een standaardformulier. Grote ANBI’s zijn:

ANBI’s die actief geld of goederen werven onder derden (fondsenwervende instellingen), waarvan de totale baten in het betreffende boekjaar meer bedragen dan € 50.000;
niet-fondsenwervende ANBI’s waarvan de totale lasten in het betreffende boekjaar meer bedragen dan € 100.000.

Tip
Bent u bestuurder van een ANBI? Zorg er dan voor dat de ANBI-gegevens 2023 vóór 1 juli 2024 zijn gepubliceerd.

Hebt u uw onderneming in 2023 gestaakt en wilt u in dat jaar de stakingslijfrentepremieaftrek claimen? Zorg er dan voor dat u de premie uiterlijk vóór 1 juli 2024 hebt betaald. U mag de stakingslijfrentepremie dan in mindering brengen op het inkomen in het stakingsjaar. De aftrek is wel gemaximeerd. De hoogte hangt onder meer af van uw leeftijd op het stakingsmoment, de mate van eventuele arbeidsongeschiktheid en van de ingangsdatum van de lijfrente-uitkeringen.

Tip
Wilt u de lijfrentepremie in het stakingsjaar 2023 in aftrek brengen? Zorg er dan voor dat u de stakingswinst vóór 1 juli 2024 hebt omgezet en betaald.

Tot en met 2022 kon u pensioen opbouwen in de fiscale oudedagsreserve (FOR). Heeft u een FOR opgebouwd, dan mag u die ook nu nog volgens de oude regels omzetten in een lijfrente. Wilt u (een deel van) uw oudedagsreserve omzetten in een lijfrente bij een bank of verzekeraar en de lijfrentepremie nog in de IB-aangifte 2023 in aftrek brengen? Zorg er dan voor dat u de premie op tijd betaalt. De lijfrentepremie is nog aftrekbaar in 2023 als u de premie uiterlijk vóór 1 juli 2024 hebt betaald.

Tip
Wilt u (een deel van) de opgebouwde oudedagsreserve afstorten op een lijfrente. Doe dit dan vóór 1 juli 2024 als u de lijfrentepremie in 2023 in aftrek wilt brengen.

Enkele weken geleden berichtten wij u over een wijziging per 1 juni jl. in de overgangsregeling bij de UBO-verplichting. Als onder meer notarissen, accountants en belastingadviseurs met u een nieuwe zakelijke relatie aangaan, moeten zij controleren of uw UBO-gegevens zijn ingeschreven in het UBO-register bij de Kamer van Koophandel (KvK). Omdat zij tijdelijk geen toegang meer hebben tot die UBO-gegevens is een tijdelijke overgangsregeling getroffen, zodat zij toch aan hun verificatieplicht kunnen voldoen. Die overgangsregeling zou op 1 juni jl. wijzigen, maar dit is nu uitgesteld naar 1 augustus 2024. Gaan zij dan een nieuwe zakelijke relatie met u aan, dan moeten zij om aan hun verificatieverplichting te voldoen, bij u een gewaarmerkt uittreksel uit het UBO-register opvragen. U kunt dit uittreksel dan opvragen bij de KvK.

Tip
Tot 1 augustus 2024 kunnen notarissen, accountants en belastingadviseurs – en andere organisaties die verplicht zijn om de UBO-registratie te verifiëren – nog via een bevestigingsmail van de KvK verifiëren of uw gegevens zijn geregistreerd in het UBO-register.

Herstel te veel betaalde box-3-heffing is onvoldoende

De Hoge Raad, de hoogste rechter, heeft beslist dat u onvoldoende rechtsherstel krijgt als u te veel box-3-heffing heeft betaald. Alleen als uw vermogen uitsluitend uit bank- en spaartegoeden bestaat, heeft u wel voldoende rechtsherstel gehad. Volgens de Hoge Raad heeft u recht op rechtsherstel als het werkelijke rendement op uw box-3-vermogen lager is dan het forfaitaire rendement. Het is aan u om dit te bewijzen. U moet daarbij het werkelijke rendement en het forfaitaire rendement van alle vermogensbestanddelen gezamenlijk vergelijken (en dus niet per afzonderlijk vermogensbestanddeel), zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen. Naast bijvoorbeeld dividend, huur en rente, vallen ook gerealiseerde en ongerealiseerde vermogensveranderingen onder het werkelijk rendement. U kunt geen rekening houden met kosten, maar wel met rente van schulden in box 3. U hebt volgens de Hoge Raad geen recht op een rentevergoeding als uw aanslag wordt verminderd.

Tip
Hebt u vermogen dat uit meer bestaat dan bank- en spaartegoeden? Dan is het verstandig om contact op te nemen met uw fiscaal adviseur om eventuele vervolgstappen te bepalen.

Ook recht op LKV na overgang onderneming

 Lange tijd was het onduidelijk of bij een overgang van een onderneming het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer van de overdragende werkgever kon worden voortgezet bij de verkrijgende werkgever. Op 24 mei jl. heeft de Hoge Raad, de hoogste rechter, hierover een beslissing genomen. De Hoge Raad oordeelt dat bij overgang van een onderneming het moment van indiensttreding bij de overdragende werkgever, geldt als ‘de aanvang van de dienstbetrekking’. Als de werknemer voorafgaand aan dit moment een uitkering had en een doelgroepverklaring heeft – dus voldoet aan de voorwaarden van het LKV, dan blijft de doelgroepverklaring ook na de overgang van de onderneming geldig en heeft de verkrijgende werkgever recht op het LKV. Van belang is wel dat de verkrijgende werkgever een verzoek om het LKV indient voor de periode na de overgang.

Tip
Het LKV over 2023 wordt alsnog uitgekeerd aan de verkrijgende werkgever als hij/zij het LKV heeft aangevraagd. Dat geldt ook voor de verkrijgende werkgever die voor 2024 het LKV al heeft aangevraagd. De verkrijgende werkgever die het LKV 2024 nog niet heeft aangevraagd, kan dit alsnog doen tot en met 1 mei 2025.